PCI Repaflow®
Cementgebonden gietmortel
voor machinefunderingen, rails, kolommen en stalen frames
Toepassingsgebieden
- Voor binnen en buiten.
- Krachtverdelende, steunende, sterke verbinding tussen betonnen fundamenten en machines, stalen voetplaten, stalen rails (o.a. voor kranen) en pilaren.
- Voor het nauwkeurig aangieten van machines, turbines, pompen en generatoren.
- Krachtig aangieten van betonnen prefabelementen in fundamenten.
- Voor holtevrije verbindingen tussen betonnen elementen zonder of met wapening.
- Voor giethoogtes van 5 tot 100 mm.
Producteigenschappen
-
Voldoet aan de Duitse DAfStb richtlijnen (VeBMR) voor productie en gebruik van cementgebonden gietbeton en gietmortel.
| Vloeimaatklasse | f3 | |
| Krimpklasse | SKVM I | |
| Beginsterkte klasse | A (≥ 40 N/mm2 na 24 uur) | |
| Druksterkte klasse | C 60/75 | |
| Blootstellingsklassen volgens EN 206 | XO, XC4, XD3, XS3, XF3, XA2 | |
- Geeft een naadloze, scheur- en holtevrije verbinding, dus rustige machineloop en nauwkeurige werkzaamheden met minder machineslijtage.
- Hoge vroege- en eindsterkte.
- Gietbaar, vult horizontale holtes door zelfvloeiend vermogen.
- Verpompbaar in open systeem met aparte menger en pomp.
- Krimpcompenserende mortel, scheurvrije, volumevaste uitharding van de mortel.
- Vorst- en dooizoutbestendig.
- Geschikt voor blootstellingsklassen X0, XC1-4 en XF1-4, zoals beschreven in EN 206.
- Sterke verbinding met gelijkmatige krachtoverdracht.
- Chloridevrij, veroorzaakt geen corrosie aan metaal.
- Sulfaatbestendig
- Waterondoorlaatbaar.
- Voldoet aan EN 1504 deel 6.
- Voldoet aan EN 1504-3 R4.
Kleuren:
grijs
Leveringsformulieren:
25 kg zak
Verbruikscalculator
Uw resultaat
Benodigde hoeveelheid ca.
kg
komt overeen met
25-kg-zak
stuks
Deze ,in het programma opgenomen, verbruiksberekening bevat bij benadering praktische waarden die zowel naar boven als naar beneden sterk kunnen variëren, afhankelijk van de toestand van de ondergrond, het soort tegel, de verschillende profielen van de ruggen, enz., het soort installatiegereedschap, de werkmethode. Daarom mogen deze waarden niet worden gebruikt als bindende basis voor berekeningen. Voor grotere projecten is het raadzaam het verbruik te bepalen door een proefvlak aan te leggen. Bij gebruik van de gecombineerde methode (buttering-floating) stijgt het verbruik met ongeveer 20 tot 25%. Voor poederproducten hebben de gegevens betrekking op het verbruik van droogpoeder om de berekening van de materiaalbehoeften te vereenvoudigen.
UW RECHTSTREEKS CONTACT
Downloads
Productinformatieblad
Veiligheidsblad
Prestatieverklaring EN 1504-6
Prestatieverklaring EN 1504-3 (R4)
Sustainability data sheet
